Artikelen zijn goederen (of combinaties van bepaalde goederen) die zich in het magazijn kunnen bevinden.
Het registeren van artikelen is van belang voor het op de correcte manier beheren van de voorraad. Wanneer debiteuren toegang hebben tot Babeldat met hun eigen [gebruikersaccount] kunnen zij aan de hand van de artikelen hun eigen voorraad, orders en status van orders inzien.
Artikelen kunnen worden toegewezen aan de volgende objecten:
- Bestellingen
- Inslagorders
- Uitslagorders
- Voorraadcorrecties
Artikelen kunnen handmatig worden aangemaakt of kunnen worden geïmporteerd. Het handmatig aanmaken van een nieuwe product wordt gedaan in menu Productbeheer.
Deze pagina weergeeft een overzicht van alle toegevoegde SKU’s van alle debiteuren. Hier kan worden gefilterd op basis van de opgegeven criteria.
Beheer > Artikel Beheer
STAP 1:
Om een nieuw artikel toe te voegen, klik op “Aanmaken”.
STAP 2:
Op de overlay die wordt geopend kan de volgende informatie worden toegevoegd:
|
Debiteur |
Selecteer de debiteur waar de SKU aan toegewezen mag worden. |
|
SKU |
Het artikelnummer of de naam van het product. |
|
Naam |
Uitgebreide naam van het product. |
|
Beschrijving |
OPTIONEEL: Omschrijving van het product. |
|
Volume |
Het volume van het product. |
|
Lengte |
De lengte van het product. |
|
Breedte |
De breedte van het product. |
|
Hoogte |
De hoogte van het product. |
|
Lengte-eenheid |
De meeteenheid van de afmetingen van het product. |
|
Gewicht |
Het brutogewicht van het product. |
|
Gewichtseenheid |
De gewichtseenheid van het product. |
|
Meeteenheid |
De eenheid waarin je het product wil beheren. |
|
Voorraad beheren? |
Is dit een artikel waarvan de voorraad beheerd moet worden? |
|
Prijs |
OPTIONEEL: De prijs van het product. |
|
Valuta |
OPTIONEEL: De valuta waarin de waarde weergeven dient te worden. |
|
GTIN |
OPTIONEEL: Het GTIN nummer (Global Trade Item Number) van het product. Dit is het nummer wat gebruikt wordt tijdens het |
|
TARIC |
OPTIONEEL: De TARIC-code van het product. |
|
Attribuutgroep |
OPTIONEEL: De attribuutgroep waaraan het product toegewezen mag worden. |
|
Dangerous good type |
OPTIONEEL: Het UN nummer van het product. |
|
Gevaarlijk goed eenheid hoeveelheid |
OPTIONEEL: De hoeveelheid gevaarlijke stoffen die het product bevat. |
|
Standaard ladingdrager |
OPTIONEEL: Standaard ladingdrager van het product. |
| Project |
OPTIONEEL: Het project waaraan het product toegewezen mag worden. |
STAP 3:
Sla de aanpassingen op door op “Opslaan” te klikken.
Optioneel kunnen er gebundelde producten worden aangemaakt en kan de standaard belading van pallets worden geregistreerd.
PRODUCT BUNDELS
Indien het product wat je aanmaakt een samenstelling is van verschillende SKU’s kan er op de “Bundels” tab aangegeven worden uit welke SKU’s dit bestaat.
STAP 1:
Klik in het blok onder “Bundels” op de knop “Toevoegen”.
STAP 2:
Voer de gegevens van de aan te maken bundel in:
|
Bevat product |
Het “parent” artikel, dus het artikel wat het gebundelde artikel is. |
|
Meeteenheid |
De meeteenheid van de bundel. |
|
Hoeveelheid |
Het aantal van het bovengenoemde SKU dat zich in de bundel bevindt. |
STAP 3:
Sla de aanpassingen op door op “Opslaan” te klikken.
PRODUCT LOADCARRIER TYPES
Op de “Product-Loadcarrier Types” tab kunnen de verschillende standaardbeladingen per ladingdragertype worden aangegeven.
STAP 1:
Klik in het blok onder “Product Loadcarrier Types” op de knop “Toevoegen”.
STAP 2:
Selecteer het ladingdragertype en voer het aantal wat de standaard belading is in.
STAP 3:
Sla de aanpassingen op door op “Opslaan” te klikken.