In Babeldat is het mogelijk om naast de standaard velden op modellen, eigen velden toe te voegen. Wanneer het voor bepaalde debiteuren bijvoorbeeld noodzakelijk is om een extra referentie toe te voegen aan orders of er bepaalde kenmerken van artikelen geregistreerd dienen te worden, kan dit worden gedaan door middel van attributen.
De attributen kunnen worden beheerd in menu Attribuutgroepen.
Management > Geavanceerd >Schermbeheer > Attribuutgroepen
STAP 1:
Klik op de knop “Aanmaken”.
STAP 2:
Voer de informatie over de aan te maken attribuutgroep in:
|
Code |
De naam die de attribuutgroep dient te krijgen. |
|
Beschrijving |
OPTIONEEL: Een extra beschrijving van de toe te voegen attribuutgroep. |
|
Debiteuren |
OPTIONEEL: De debiteur waarvoor het attribuut gebruikt gaat worden. Indien de debiteur leeg wordt gelaten, wordt het attribuut zichtbaar op alle debiteuren. |
|
Gebruikers |
OPTIONEEL: Gebruikers voor wie het attribuut van toepassing is. Het attribuut zal dan niet zichtbaar zijn voor gebruikers die zijn ingelogd met een ander gebruikersaccount. |
|
Groepen |
OPTIONEEL: Gebruikersgroepen voor wie het attribuut zichtbaar is. |
|
Soort |
Het model waarop het attribuut toegevoegd dient te worden. Wanneer er bijvoorbeeld een extra referentie toegevoegd dient te worden op transportorders, wordt hier de soort “transportorder” gekozen. |
STAP 3:
Klik op “Opslaan” om de attribuutgroep toe te voegen.
ATTRIBUTEN
Na het aanmaken van een attribuutgroep, kunnen de specifieke velden die toegevoegd dienen te worden, worden gedefinieerd.
STAP 1:
Klik in het blok onder “Attributen” op de knop “Toevoegen”.
STAP 2:
|
Positie |
OPTIONEEL: De locatie in de lijst van een attribuut. |
|
Type |
Het type invoerveld van het attribuut. Dit kan een tekstveld (Tekst) zijn, maar ook een numeriek invoerveld (Numerical) of een switch (Boolean). |
|
Code |
De code die de attribuutgroep krijgt. Let er hierbij op dat er geen spaties in de code staan. Later kan er naar de code worden verwezen om de specifieke gegevens te kunnen exporteren. |
|
Naam |
De naam die het attribuut dient te krijgen. |
|
Beschrijving |
OPTIONEEL: Een extra beschrijving van het attribuut. |
|
Filter mogelijkheid |
Wanneer dit wordt ingeschakeld, is het mogelijk om op de ingevulde gegevens bij het attribuut te zoeken of te filteren. |
|
Vereist |
Wanneer dit wordt ingeschakeld, is het invullen van het attribuut verplicht. |
|
Keuzes |
OPTIONEEL: Welke keuzemogelijkheden er beschikbaar zijn bij het gebruik van het attribuut. |
STAP 3:
Klik op “Opslaan” om het attribuut toe te voegen.