Iedere ladingdrager (opslag- of transporteenheid) in Babeldat krijgt een uniek nummer, waarmee de pallet of doos getraceerd kan worden. Dit nummer wordt opeenvolgend aangemaakt aan de hand van een vooraf ingestelde reeks.
Serial Shipping Container Code en overig
Reeksen kunnen willekeurige cijferreeksen zijn met een onafhankelijk aantal cijfers. Ook kan er worden gekozen voor een Serial Shipping Container Code (SSCC) reeks. Een SSCC reeks kan worden aangeschaft bij GS1 Nederland en deze codes beschikken over een controlecijfer. Dit controlecijfer wordt door Babeldat automatisch aangevuld, wanneer er een reeks met een SSCC identifier wordt aangemaakt.
Meer informatie over SSCC kun je vinden op de website van GS1.
Reeksen kunnen worden aangemaakt onder Reeksen.
Management > Geavanceerd > Reeksen
STAP 1:
Om een nieuwe reeks toe te voegen, klik op “Aanmaken”.
STAP 2:
Voer de kenmerken van het aan te maken reeks in:
Code |
De code die aan de reeks toegekend mag worden. Deze mag bestaan uit letters, cijfers of een combinatie van beide. |
Identifier |
Een SSCC reeks of een andere cijferreeks. |
Debiteur |
OPTIONEEL: De debiteur waar deze reeks voor geldig is. Wanneer er geen debiteur wordt aangegeven, is deze reeks geldig voor alle debiteuren. |
Default load carrier type |
OPTIONEEL: Het standaard ladingdragertype bij het gebruik van de betreffende reeks. |
Standaardlocatie |
OPTIONEEL: De standaard locatie bij het gebruik van de betreffende reeks. |
Default loadcarrier owner |
OPTIONEEL: De standaard eigenaar van de ladingdrager (bijvoorbeeld de debiteur) bij het gebruik van de betreffende reeks. |
Begin |
Het eerste bruikbare nummer van de reeks. |
Huigige |
Het nummer waarop de reeks momenteel is. |
Eind |
Het laatst bruikbare nummer van de reeks. |
STAP 3:
Sla de aanpassingen op door op “Opslaan” te klikken.